Skip to main content
Nieuwsbrieven

Coopmans

By 6 december 2023december 13th, 2023No Comments

Hoevense familie Coopmans dompelt al 150 jaar de echte waskaarsen.     

 Brab.Nieuwblad   22-12-1973

In de Hertenlaan te Hoeven wordt door de vijfde generatie van de familie Coopmans een uniek bedrijf in stand gehouden: de kaarsenmakerij. De bezoeker zal in dit bedrijf geen machine vinden; bij de fa. Coopmans wordt nog op praktisch dezelfde manier gewerkt als 150 jaar geleden, toen het bedrijf werd gesticht.

De heer Tiest Coopmans is met zijn 34 jaar de vijfde generatie, die dit zeldzame bedrijf beheert. Zijn voornaamste medewerker is zijn oom, de heer P. Coopmans, die het ambacht al zo’n zestig jaar uitoefent.

 

“Toen ik ongeveer 17 jaar geleden in de zaak kwam, was men juist begonnen met de automatisering, maar daar heb ik weer een eind aan gemaakt. Die machinale ontwikkeling is voor de vakman niet leuk en er gaat in feite niets boven een echte waskaars, die nog volgens de oude traditie gedompeld wordt, zoals dat hier gebeurt, of rond de pit gekneed. Dat laatste is de alleroudste vorm van kaarsen maken en dat gebeurt ook nog.”

Aanzet tot automatisering (op de foto Piet Coopmans)

Zuiver

De heer Coopmans jr. is een man die van het ambacht houdt. “Wij werken met zuivere producten. De bijenwas halen we uit o.a. Zuid-Amerika en de parafine is van goede kwaliteit. Maar iedere zending grondstoffen moeten we uittesten want de kwaliteit van de was, we hebben ‘m gebleekt en ongebleekt, varieert nogal eens.”

 

Hoe wordt een dompelkaars gemaakt? “in de eerste plaats is de pit het belangrijkste”, vertelt de heer Coopmans. “er is een enorme kwaliteitsverschil en voor ons is alleen het beste goed genoeg. De dikte en de kwaliteit van de pit bepaalt de omvang van de kaars. De pit moet namelijk goed verassen en geen vuil achterlaten op de was. Wanneer aan een kaars een lange pit zit, is dat gegarandeerd een dompelkaars. We hangen ze daar namelijk aan op.”

Is de pit uitgezocht, dan begint het dompelen. Dat gebeurt in diepe, ronde ketels die gevuld zijn met bijenwas, gemengd met parafine. De ketels worden “au bain-marie” verwarmd en in Hoeven hebben we ze een diepte van 1.50m, zodat men daar kaarsen tot een lengte van 1.40m kan maken.

Toon van Tiest Coopmans (Bart) als vakantiewerk →                                                                bij een redelijk formaat kaars.

 

De kaarsen hangen aan rekken en worden regelmatig gedompeld, zodat er zich iedere keer een nieuwe waslaag rond de vorige vormt. “Je moet precies weten, wanneer je moet dompelen, De oude laag moet niet te droog zijn, maar ook niet te nat, want anders pakt de nieuwe laag niet of loop de oude er weer af. Maar dat is een kwestie van vakkennis. De kwaliteit van de was speelt hierbij een belangrijke rol. Daarom testen we te voren dus uit. Een kaars mag ook niet gaan vlekken of onregelmatigheden gaan vertonen. Een goede ambachtsman weet precies wanneer een kaars aan een nieuwe dompelbeurt toe is en hoe lang dat dompelen moet duren”.

 

Rollen

Wanneer het dompelen klaar is, wordt de kaars glad gerold op een gladde beukenhouten tafel die tevoren, evenals de handen van de kaarsenmaker, luchtig is ingevet met olie. Dit om plakken te voorkomen. Vervolgens wordt de onderkant van de kaars recht gesneden en vervolgens wordt het pengat erin geduwd.  Bij heel grote kaarsen gebeurt dit met een boor.

 

 

 

 

← Tiest Coopmans tijdens het boren van het pengat.

 

De waskaars is dan klaar.  Crèmekleurig van tint en voorzien van een lange pit vormt zij een kwaliteitsproduct, dat lang brandt, niet stinkt, niet druipt en niet spettert.

Bij de fa. Coopmans hangen ze in lange rekken, klaar voor transport naar kerken, hotels en particulieren. De heer Coopmans vertelt, dat er ook in de kaarsensector van een bepaalde mode sprake is. Voor de particuliere sector zijn momenteel de reliëfkaarsen “in”, de kerken vragen naar korte dikke kaarsen, Dat laatste komt, omdat het altaar verhuisd is naar het centrum van de kerk. Die lange smalle kaarsen van vroeger staan dan in de weg, vandaar nu de korte dikke.

Reliëf

Ook de waskaarsen kunnen geleverd worden met een bepaald reliëf, dat de heer Coopmans zelf ontwerpt. Het reliëf wordt apart gemaakt en later op de kaars bevestigd. Met name de grote Paaskaarsen Zijn vaak van reliëf voorzien, maar de heer Coopmans ontwerpt ook voor doopkaarsen, voor kaarsen bij huwelijksplechtigheden en in Hoeven vindt men zelfs kaarsen, waar een compleet menu  op is geschilderd. “Dat doen we allemaal zelf”, aldus de heer Coopmans, en natuurlijk ook zoveel mogelijk met de hand.

 Ar-”Tiest” Coopmans aan het werk. →

 Een gekleurde waskaars ziet men niet gauw. “Kleur komt een kaars niet ten goede”, aldus de heer Coopmans, “de kleurstof heeft altijd negatieve brandresultaten tot gevolg en goede kwaliteit staat bij ons voorop”.

De heer Coopmans heeft dan ook een afschuw van de fabriekskaarsen, die momenteel in de handel zijn, “Als je die openbreekt komt er gewoon poeder uit. Trouwens, als je ziet hoe die dingen gemaakt worden, rilt de echte vakman.

 

 

De heren Piet Coopmans, Hendrik van der Vorst en Kees Quirijnen tijdens het bleken van de was in de zon. De was veranderde van donkerbruin naar wit door de invloed van de zon.

Daar komt geen manskracht of vakkennis aan te pas. Alles gaat automatisch en in duizelingwekkende hoeveelheden. En als je de goede kwaliteit van de waskaars in aanmerking neemt, is die niet eens zoveel duurder dan de machinale producten, die vaak spetteren en druipen en die ook veel sneller opgebrand zijn, omdat er met slechtere grondstoffen wordt gewerkt”.

Particulier.

Vroeger vormde de kerk de grootste klant van de fa. Coopmans. Momenteel is ook de particuliere sector zeer kaarsenminded. De heer Coopmans: “Wij onderscheiden drie soorten kaarsenkopers. Er zijn mensen die de kaarsen kopen voor de sier. Zij kopen de reliëfkaarsen, die ze dan ergens in huis wegzetten, maar nooit aan zullen steken.

Dan heb je de mensen, die kopen kaarsen en branden voor de sfeer,, maar die dan wel een goede kaars willen hebben, vaak op een exclusieve standaard.

En tenslotte is er een groep mensen, die bij karrevrachten kaarsen brandt, maar dan van mindere kwaliteit, omdat ze het gewoon leuk vinden”.

Kaarsen worden verkocht per gewicht. Een 1-ponds veertig, betekent een kaars met een gewicht van één pond en een lengte van 40cm. Bij de fa. Coopmans maakt men kaarsen tot een gewicht van 15 kg, en een lengte van 1.40cm, de Paaskaarsen bijvoorbeeld.

“We kunnen kaarsen van elke lengte en dikte maken. Ik geloof dat we momenteel zo’n 40 maten hebben, maar als iemand nog een andere maat wil, omdat hij daar een kandelaar voor heeft, dan maken we die. We kunnen de pengaten zo diep en zo breed mogelijk maken als nodig. Een van onze klanten bijvoorbeeld is een kunstenaar, die kandelaars maakt met een dikke pen. Die besteld bij ons de kaarsen daarvoor.”

← Links Hendrik van der Vorst (uit Bovenstraat) en Kees Quirijnen (uit St.Janstraat) met een mand door de zon gebleekte was,

 

 

 

 

 

Drukte.

Voor de heer Coopmans is de kerstdrukte alweer voorbij. De kerken en klanten zijn bevoorraad voor dit sfeervolle feest, waarin de kaars een belangrijke rol speelt. Vooral met kerst is het dineren bij kaarslicht een feestelijk gebeuren en ook in de vele stalletjes en kerstbomen zullen de kaarsjes weer branden. Zo’n klein, flakkerend lichtje schept een intiem, vredige sfeer in de huiskamer, waar men gezamenlijk de kerstdagen doorbrengt.

Ook in de kerkgebouwen branden tijdens de kerst weer talloze kaarsen en hier zijn het voornamelijk de originele waskaarsen van de fa. Coopmans, die hun zachte licht verspreiden.

“t Is een mooi ambacht”, zegt de heer Coopmans jr. in de geriefelijke woonkamer, waar antieke meubelen erop wijzen, dat de bewoners ook op dit terrein van echt vakmanschap houden. “We hopen het bedrijf in de deze stijl te blijven doorzetten, zoiets mag niet verloren gaan”. Zolang er nog mensen zijn, die de echte waskaars prefereren boven de machinale producten, zal dat ook wel niet gebeuren. De kaarsenmakerij in Hoeven heeft al meer dan een eeuw de grillen van de tijd getrotseerd. Dank zij de huidige opleving van de interesse voor de oude ambachten, komt ook het kaarsen maken weer in de belangstelling. Maar echt verdwenen is dit ambacht eigenlijk nooit geweest.

 

Anno 2023 wil de heer Tiest Coopmans jr. graag een aanvulling geven op het einde van de kaarsenmakerij in Hoeven.

 

In de laatste 25 jaar van de vorige eeuw verandert de productie van kaarsen inderdaad sterk. Er vindt een grote mate van automatisering plaats ,waardoor met weinig mankracht grote hoeveelheden van een gestandaardiseerd product kan worden gemaakt. Hierdoor kan aan de sterk groeiende vraag , die vooral uit de particuliere sector komt ,  worden voldaan.

In de kerkkaarsen sector, waarin Coopmans b.v. actief was, heeft deze ontwikkeling maar een beperkte invloed. De vraag blijft vrijwel gelijk, Coopmans vergroot zijn marktaandeel en gaat zoals vele soortgelijke bedrijven een verregaande samenwerking aan. Ook verdwijnen er diverse bedrijven uit deze markt. Coopmans b.v. werkte samen met Hoogeland b.v. uit Roermond ( een onderdeel van de Bolsius groep ).

 

Deze samenwerking resulteert in de jaren 90 tot een fusie, waaraan Tiest Coopmans enkele jaren leiding geeft.

In Hoeven blijft tot 2005 de productie en verkoop van speciale kaarsen: kaarsen voor jubilea, huwelijk of als geschenk. In december van dat jaar beëindigt de familie Coopmans haar activiteiten . In het kaarsenbedrijfje is er geen opvolger.

Leave a Reply